Tijdens mijn opleiding Bedrijfskunde in de jaren tachtig van de vorige eeuw gaf een docent aan dat hij vond dat het gehanteerde wereldbeeld erg achter liep in vergelijking tot de meest recente wetenschappelijke inzichten. Dit triggerde mijn nieuwsgierigheid en vroeg wat hij precies bedoelde. Hij verwees naar de inzichten van Einstein die op dat moment al zestig jaar oud waren terwijl wij nog steeds in het wereldbeeld van de oude Grieken leven. Energie en materie zijn in dit wereldbeeld twee gescheiden werelden terwijl Einstein had bewezen dat alles energie is.
Mij, en met mij vele anderen, werd op de middelbare school de relativiteitstheorie van Einstein (E=mc2) uitgelegd waarin materie volledig omgezet kan worden naar energie, maar dat we nog niet ontdekt hebben hoe dit precies mogelijk is. Kernsplitsing was een eerste stap in deze richting en mogelijk dat kernfusie, als we dit onder de knie gaan krijgen, de uiteindelijke oplossing gaat bieden.
Dat dit een onjuiste denkrichting is spreekt voor zich als je de formule anders op schrijft. Dan staat er gewoon M=E/c2. Materie is een hele hoge (spirituele) energie gedeeld door de lichtsnelheid in het kwadraat. Dit betekent dat de onderliggende bouwstof van materie energie is. Een zeer hoge (spirituele) energiefrequentie die in frequentie wordt verlaagd, waarvan materie de laagste uitdrukkingsvorm is. De uitspraak ‘alles is energie’ komt hiermee in een ander daglicht te staan.
Dit betekent dat het wereldbeeld van de oude Grieken niet meer strookt met het wereldbeeld dat door de relativiteitstheorie binnen handbereik is gekomen. Een volledig ander paradigma dus.
Mijn docent had volkomen gelijk in het feit dat we hopeloos achter lopen en dat de bevindingen, die binnen een kleine groep van geleerden wel zeker bekend zijn, nog nooit hun weg hebben gevonden in een brede maatschappelijke en wetenschappelijke visie. De consequenties van deze ontdekkingen zouden een radicaal andere visie op het leven bewerkstelligen. Er is een werkelijke paradigma shift nodig om deze inzichten een plaatsje in het wereldbeeld te kunnen geven.
Ik was geraakt door dit inzicht en op dat moment dacht ik:“OK, ik geef het nog wat tijd. Deze inzichten druppelen vanzelf wel door in het collectieve bewustzijn.”
Maar nu, een kleine halve eeuw later, is dat nog steeds niet het geval. Dit heeft mij wel aan het denken gezet. Waarom doen deze inzichten er zo lang over om in het collectieve bewustzijn in te dalen, als ze überhaupt al aan het indalen zijn. Want zo ingewikkeld is het toch niet. Dit is voor mij de reden geweest om mijn boek over Duurzaam Managen te beginnen met deze paradigmashift. Met het idee dat als je beter weet hoe het in elkaar zit, je tot betere conclusies en acties kunt komen.
Een gelijksoortige verhandeling kun je houden over bewustzijn. De kwantummechanici hebben onomstotelijk bewezen dat je met je bewustzijn wetenschappelijke experimenten kunt beïnvloeden of sterker nog mede creëert op het sub-atomisch niveau. Ben je op zoek naar deeltjes dan vind je deeltjes en ben je op zoek naar golfjes dan vind je golfjes. Ook dit fenomeen proberen we nog steeds uit te leggen met het wereldbeeld van de oude Grieken. Ook al kunnen we deze inzichten niet één op één door vertalen van het sub-atomaire niveau naar het niveau van onze fysieke zintuigen, is het wel zeer aannemelijk dat het bewustzijn invloed heeft op onze manier van waarnemen. Hierbij spelen bewuste en onbewuste zaken een grote rol.
Willen we een nieuw paradigma opbouwen en de laatste wetenschappelijke inzichten hierin een plaats geven, dan zullen we een andere kijk op energie en bewustzijn een rol moeten geven in ons nieuw te verwerven wereldbeeld. Dit zijn de ontbrekende schakels waar we naar mijn mening niet meer om heen kunnen. Met deze inzichten kunnen we onze creërende vaardigheden gaan ontwikkelen en als co-creators in organisaties gezamenlijk duurzame resultaten neerzetten.